Let op! Dit formulier is vanaf 1 januari 2024 niet meer geldig in verband met de Omgevingswet.
De provincie Noord-Holland heeft een beleidsregel met betrekking tot het melden van klein grondverzet. Deze regel geldt uitsluitend voor locaties waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn op basis van de Wet bodembescherming.
Bij de beoordeling van een melding worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Dat een volume van maximaal 10m3 sterk verontreinigde grond op de locatie wordt ontgraven en wordt teruggeplaatst of afgevoerd;
Dat de ontgraven grond alleen binnen de saneringslocatie tijdelijk wordt opgeslagen of in de ontgraving wordt teruggeplaatst;
Dat de bodem waarin de graafwerkzaamheden plaatsvinden sterk verontreinigd is met immobiele verontreinigingen conform de Regeling uniform saneren bijlage 6, categorie Immobiel en zich bevindt boven de grondwaterstand dan wel in maximaal licht verontreinigd grondwater;
De grond bevat geen andere stoffen boven de interventiewaarden;
Dat de grond in hetzelfde profiel of zoveel mogelijk op dezelfde plaats en diepte wordt teruggeplaatst;
Dat de grond van de ontgraving wordt teruggeplaatst dan wel moet deze indien mogelijk dezelfde dag na vrijkomen worden afgevoerd en uiterlijk na uitvoering van de werkzaamheden wordt afgevoerd en niet blijft liggen na uitvoering van de werkzaamheden;
Dat de locatie inclusief de tijdelijk uitgeplaatste grond, omgeven wordt door een hekwerk en dit is voorzien van waarschuwingsborden met duidelijk leesbaar opschrift;
Dat voor de sanering volgens deze beleidsregel milieukundige begeleiding niet verplicht is. Deze taak ligt in het kader van deze regeling bij de verantwoordelijke persoon van de gekwalificeerde uitvoerende partij;
Dat de uitvoerder beschikt over een erkenning volgens het Besluit Bodemkwaliteit BRL SIKB 7000-serie;
Dat bij twijfel of er wordt voldaan aan de bovenstaande uitgangspunten voor de 10 m3 regeling een melding volgens het Besluit Uniforme Saneringen of een melding artikel 28 wet wordt gedaan;
Dat de uitvoeringsgegevens beschikbaar blijven gedurende een periode van twee jaar;
Dat wanneer sprake is van afwijking van de verwachte bodemkwaliteit op de ontgravingslocatie tijdens uitvoering, er melding bij het bevoegd gezag wordt gedaan van de situatie en de consequenties voor uitvoering en procedures in het kader van de wet.